Page 15 - Emaille & Meer
P. 15

Voor De keuze van de kunstenaar toont Maria van Elk een nieuwe ontwikkeling in haar werk, die
            uiteraard nauw samenhangt met het vorige werk. Zij noemt deze serie Doorkruisingen. Ze tekent met
            oliepastel op papier of karton elkaar kruisende kleurenbanen. Daarbij is er echter sprake van meerdere
            doorkruisingen:
            - de ene baan overlapt de andere;
            - de onderliggende baan wordt doorgetekend op de bovenliggende baan, waardoor op het kruispunt,
              door het tekenen een tweede doorkruising plaats vindt;
            - de ene kleur domineert visueel de andere kleur, terwijl die kleurbaan toch onder de andere kleur ligt,
              omdat lichte kleuren gemakkelijk een deel van donkere kleuren overnemen, donkere kleuren blijven
              vrijwel onaangetast.


            Kortom, er ontstaan prachtige kleurmengingen, die veel gecompliceerder zijn dan het op zich
            eenvoudige uitgangspunt zou doen vermoeden.


            Het woord ‘doorkruisingen’ wekt ook nog andere, wat filosofische associaties, die wellicht positief of
            negatief geïnterpreteerd kunnen worden. Bijvoorbeeld in de zin dat de ene kleurbaan de andere bij de
            doorkruising domineert, of dat bij de doorkruising beide iets van elkaar overnemen.
            Daarnaast een aantal betekenissen in het kader van de algemene visuele omgangstaal als: ‘een streep
            door de rekening, iets ongedaan maken terwijl het toch blijft, een kruis slaan, het zetten van een kruis
            wanneer je niet kunt schrijven enz.’


            Kortom een eenvoudige geconcentreerde handeling, die blijkt veel implicaties, vertekeningen van
            de werkelijkheid en associaties met zich mee te brengen. Daar gaat dit werk eigenlijk over, over de
            uitermate ingewikkelde gecompliceerdheid van juist de meest eenvoudige, heldere beslissingen
            en handelingen. Dat heeft weer te maken met het beleven van een werkelijkheid die ogenschijnlijk
            oninteressant, banaal of zeer vanzelfsprekend is.
            Indien zo’n werkelijkheid ontdaan wordt van vooropgezette interpretaties, vooroordelen,
            interressantdoenerij, emoties en mystificaties, blijkt die zgn. ‘banale’ werkelijkheid uitermate
            gecompliceerd.


            Met dit werk komt Maria van Elk terecht in een traditie die wortelt in de onderzoeken van kleurtheoretici
            als Goethe, Leblanc, Chevreuil en Wood. In de schilderkunst ontwikkelde Seurat op basis van deze
            onderzoeken zijn Pointillisme. Ook daarna is veelvuldig met kleur geëxperimenteerd en getheoretiseerd,
            o.a. door Delauney, Albers en Lohse. Na de oorlog, voorafgaande aan de Minimal Art, ontstond in
            Amerika het z.g. colorfieldpainting door o.a. kunstenaars als Olitski, Noland en Kelly. De Doorkruisingen
            van Maria van Elk komen daar in wezen ook uit voort en sluiten in zekere zin aan bij de muurtekeningen
            van Sol LeWitt. Zij het dat bij LeWitt geen sprake is van een echte vermenging van de kleur zelf, maar
            een vermenging van de kleur op het netvlies van het oog, zoals bij de Pointillisten.


            Tenslotte nog een opmerking van Maria van Elk die ook voor LeWitt zou kunnen gelden:
            ‘Het werk is niet abstract, maar concreet.
            De vorm komt voort uit het concept.


            Het concept komt voort uit de waarneming.
            De eenvoudige beelden zijn rustpunten om bij stil te staan, terwijl alles voortbeweegt.’


            Maria van Elk / Enno Develing, 1983

                                                                13
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20