Page 14 - Emaille & Meer
P. 14

HAAGS GEMEENTE MUSEUM | DE KEUS VAN DE KUNSTENAAR


        Alles tegelijk


        Het oneindig aantal visuele feiten in de ‘materiële’ werkelijkheid; de natuur, laat zich op een afstand als
        een samenhangend beeld zien. De waarneming, gestuurd door een zoeken naar de oorzaak, doet de
        afstand verkleinen en de onderdelen vergroten. Ogenschijnlijk details, maken zich los uit hun omgeving
        en presenteren zich dan als geïsoleerde visuele feiten.
        Wat eens onderging in de massa wordt nu een zelfstandigheid met een nieuw visueel gebied.
        Gelijktijdig met het verdwijnen van de context, verdwijnt de geconditioneerde vergelijking.
        De dingen kunnen opnieuw geplaatst worden.
        Een ding tegelijk.


        Maria van Elk, april 1983


        In 1980 hield Maria van Elk een tentoonstelling van haar werk, tekeningen van bijna de laatste 20
        jaar. Bij die gelegenheid verscheen van haar een boekje, waarin afbeeldingen van dat werk, met
        een tekst van Coosje van Bruggen, die het getekende werk in taal uitdrukt. Het fraai uitgevoerde en
        uiterst informatieve boekje laat zien dat Maria van Elk’s werk vooral gaat over de handelingen van het
        tekenen zelf, het gebruik, belang en de gevoeligheid van het materiaal, het handschrift en de techniek.
        Het handschrift is daarbij een neerslag van beweging, het visuele geheugen van een beweging. Ook
        de vouwen en kreukels in het eerdere werk van bovengenoemde tentoonstelling zijn een vorm van
        handschrift, maar dan meer als een handgreep, een handeling.


        Maria van Elk kiest voor eenvoudige beelden, die het onderwerp visueel onderscheidenlijk maken,
        m.a.w. geen magie, maar duidelijkheid. Het zijn geconcentreerde momenten, waarbij ze bij wijze van
        spreken eerder voor de tak dan voor de hele boom kiest. Liever een gerichte aandacht op één ding.
        Met echte aandacht kan men zich toch nooit langer dan 1 minuut op één ding concentreren. De
        handeling op het papier, het handschrift, is de neerslag van een van tevoren genomen beslissing.


        Als kunstenaars, die haar interesseren noemt Maria van Elk Sol LeWitt en Claes Oldenburg, de
        eerste vanwege het conceptuele karakter van speciaal zijn muurtekeningen, de tweede vanwege zijn
        gevoeligheid voor het gebruik van het materiaal. Bijna sensueel noemt zij dat. Als kunsthistorische
        context van haar werk noemt zij de lyrische abstracte kunst, ‘omdat die het mogelijk heeft gemaakt
        om het gebied van het materiaal in een visuele grammatica verder te ontwikkelen. De angst van de
        naoorlogse Europese constructivisten voor het persoonlijk handschrift als verwijzing naar een emotie,
        deel ik niet. Ik verbind ook geen heroïsche gevoelens aan een handschrift. Het handschrift is puur
        beweging en zou zoals b.v. bij LeWitt door iedereen met een geoefende hand uitgevoerd kunnen
        worden.’


        De creativiteit zit bij Maria van Elk in het denkproces wat aan de uitvoering van het werk vooraf gaat. Er
        is geen streven naar een haast industriële perfectie zoals bij de Europese naoorlogse constructivisten.
        Bij Amerikanen als Newman, Marden, Morris Louis echter een bijna ‘sensueel’ gebruik van materialen
        (verf en ongeprepareerd linnen, waarbij het doek met verf verzadigd wordt). Het is eigenlijk
        het verschil tussen de naoorlogse Europese en Amerikaanse kunst. In Europa het klassieke streven
        naar perfectie, bij de Amerikanen een materiaalgebruik dat aanschouwelijk maakt hoe het kunstwerk
        ontstaan is. Net als bij Maria van Elk documenteert het werk dan zichzelf.

                                                            12
   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19