Page 4 - De Jaren 80 - Deel I (1980-1984)
P. 4
Sinds het begin van de jaren 70 speelt de figuratie van het materiaal zelf in de meest gereduceerde vorm
een centrale rol in mijn werk.
Dit kwam voort uit een behoefte aan beelden zonder “bijklank” pretenties en dubbele bodems.
Beelden die eenvoudig en zichzelf zijn, dat ze niet verklaard of vertaald hoeven te worden.
Iets hoeft niet weggegooid te worden als het gekreukeld of gevouwen, gevlekt of doorgelopen is, maar
kan juist omgekeerd worden in een visuele kracht.
De banale kreukel en vouwbaarheid van papier, katoen, metaal etc.in relatie tot de de mengbaarheid
van kleur, de hardheids graad van potlood.
Ria van Elk
Statement nr. 1 (1978)
IV