Page 6 - De Jaren 70 - ABC van het materiaal
P. 6
In de brieven die Maria van Elk rond en inferieur aan de ‘autonome’ kunst,
1980 schrijft aan Coosje van Bruggen, met name door een directeur als Edy de
met wie zij dan in het Stedelijk een Wilde van het Stedelijk Museum. Met
tentoonstelling voorbereid van haar hem voert ze in 1975 een discussie in
tekeningen, gaat zij openhartig in op het tijdschrift Museumjournaal, waarin
haar rol als kunstenaar. Het is iets “wat ze uiteenzet waarom haar werk niet
voor jezelf van levensbelang is en dat je kan worden opgevat als toegepaste
dat in de eerste plaats zelf voor 100% kunst, omdat het geen enkel praktisch
moet accepteren.” Tegelijk geeft zij zich doel dient. In haar brief stelt ze dat als
rekenschap dat zij als kunstenaar en als het museum haar werk nog langer blijft
vrouw en moeder en kunstdocent vele tonen onder de noemer toegepaste
rollen moet combineren en in evenwicht kunst, ze liever heeft dat het museum
moet brengen. haar werk helemaal niet meer laat zien.
Als we vanuit het heden terugkijken op De discussie is tekenend voor haar
die jaren zeventig dan valt op dat Maria kritische houding tegenover ingesleten
van Elk een van de weinige vrouwelijke kunstopvattingen. Tegelijk realiseerde zij
kunstenaars was die zich bezighield met in de jaren zeventig vele unieke werken
deze vorm van fundamenteel onderzoek. die zo’n vijftig jaar later nog niets van
De meeste minimalistische en hun oorspronkelijke frisheid hebben
fundamentele kunstenaars, die hun werk verloren. Door de concentratie op de
toonden in galeries en musea, waren visuele kwaliteiten van het materiaal
mannen. Abstract werkende vrouwelijke opende voor haar, zoals ze zelf zegt,
kunstenaars werden over het hoofd “een wereld van vrijheid, tijdloosheid en
gezien, veronachtzaamd. Ook door nieuwe mogelijkheden”.
vrouwelijke critici en kunsthistorici, die
vaak liever schreven over werk met een Leontine Coelewij
duidelijke vrouwelijke of feministische September 2022
thematiek. Rond 1975 was de invalshoek
van de “female gaze” en de vrouwelijke
subjectiviteit alomtegenwoordig in de
beeldende kunst. De laatste jaren is
daar verandering in gekomen onder
meer met de herwaardering van “women
in abstraction” zoals de gelijknamige
overzichtstentoonstelling van abstracte
kunst door vrouwelijke makers in
2021 in Centre Pompidou laat zien.
Langzamerhand worden ook andere
geschiedenissen geschreven.
In de jaren zeventig werd Maria van Elk
geconfronteerd met het ouderwetse
hiërarchische onderscheid tussen de
‘vrije’ beeldende kunst en de toegepaste
kunst. Haar werk ingedeeld bij de
textielkunst en beschouwd als vrouwelijk
2