Page 8 - Emaille & Meer
P. 8
Hoewel de academie mij dichter bracht bij de echte landschappen, stillevens, modellen,
ornamenten etc. en het natekenen van foto’s niet als kunst gezien werd, bleef het natekenen en
naschilderen geblazen. Toch is het gebruik van foto’s in Amerika onder de naam foto-realisme
onderwerp geworden en een veel gebruikt handig hulpmiddel voor vele kunstenaars. Hoe
realistisch het foto-realisme er ook uitziet, het is toch een vertaling van de realiteit in verf.
Omdat ik mij niet kon verzoenen met de gedachte dat beeldende kunst eigenlijk niets anders is
dan het verdraaien van de realiteit en ik noch in het werken naar de figuur, noch in het werken
met verschillende materialen een oplossing vond in het bereiken van de werkelijkheid, schoot ik
voortdurend mijn doel voorbij.
De gesprekken of liever het lijdzaam beluisteren van de aangrijpende worstelingen die mijn
grootvader mij mededeelde in zijn atelier, over hoe de stand van een been niet klopte en hij er dan
maar een doek of iets anders over schilderde hadden mij moeten waarschuwen voor de kwellingen
die het maken van kunst met zich meebrengt. Ik was nog zeer jong en mij verwonderde zoveel leed
en betrokkenheid en af en toe wat plezier bij het schilderen van verwelkte tulpen in een Keulse pot
of vissen met half geschilde citroenen op een theedoek, terwijl zijn betrokkenheid met mij maar
zeer gering was en ik mijzelf eigenlijk veel belangrijker vond dan al die levenloze voorwerpen.
De geur van verf beviel mij en wat mij ook aantrok was de zelfstandigheid waarmee de beslissingen
genomen konden worden. De vrijheid van handelen waarmee je een hele voorstelling of een
gedeelte daarvan kon laten verdwijnen (wat hij regelmatig deed) of laten verschijnen. Aan de andere
kant betwijfelde ik de vanzelfsprekendheid waarmee een vaas met bloemen omgezet in olieverf
automatisch kunst zou moeten zijn.
Deze anekdotes illustreren een trachten te ontkomen aan de afhankelijkheid en het doodlopende
spoor van vorm, materiaal en handschrift als vertaalmiddel volgens het traditionele patroon. Mijn
allergie voor afhankelijkheid en de daaruit voortkomende behoefte aan zelfstandigheid en een niet
aflatende overtuiging dat er in alles een kern zit die in evenwicht is met zichzelf, heeft mij ertoe
aangezet uiteindelijk toch een verbinding een evenwicht te vinden tussen het materiaal, de vorm en
de handeling en gelijktijdig een verbinding te leggen tussen mijzelf en de werkelijkheid.
Ieder idee is voor zijn manifestatie afhankelijk van een verschijningsvorm. Ik ben om uitdrukking te
geven aan zelfstandigheid, afhankelijk van het materiaal dat binnen mijn bereik is. Door aandacht
voor en concentratie op de zelfstandige waarde van het materiaal heb ik de afstand tussen idee
en werkelijkheid, denken en doen kunnen verkleinen waardoor de lagen van betekenissen en
projecties die in de loop van de geschiedenis het zicht op het materiaal zelf hebben belemmerd
verdwenen. Meditatieoefeningen in de jaren zestig zijn een instrument geweest om te leren de
aandacht te richten op één ding zonder afgeleid te worden, waardoor de dingen weer materialen
worden en teruggebracht tot een neutrale staat van zijn, een neutraliteit, bijna betekenisloosheid,
waarin hout weer gewoon hout is, papier papier is, steen steen is, een lijn een lijn is en een
handeling een beweging is om een nieuw beeld te kunnen vormen.
Achteraf is het verklaarbaar dat de taktiek, letterlijk aanraakbare eigenschappen van het materiaal
het antwoord was op het tasten, het zoeken naar de zin en een aansluiting te vinden bij de
handeling die in het verlengde van het materiaal zelf ligt. En dat ik in het zoeken naar een beeld
voor zelfstandigheid juist de zelfstandigheid van het kunstwerk tracht te bereiken. Het beeld dat
6