Page 33 - Emaille & Meer
P. 33
Was het werk tot 1980 voornamelijk uitgevoerd in de niet-kleuren wit, zwart en alle grijstinten die
daar tussen liggen, na 1980 ging Van Elk zich meer bezig houden met het mengen van kleuren en
niet-kleuren. In de serie Doorkruisingen liet zij, in oliepastel getekende, banen kruisen en maakte zo
duidelijk hoe de ene kleur de andere visueel domineert.
Deze aandacht voor de werking van kleuren, die in zekere zin verwant is aan de muurtekeningen
van Sol Lewitt, komt eveneens tot uitdrukking in Balanspunten. Alle onderdelen van dit werk
kregen eerst een witte of zwarte ondergrond. Daarover werden de kleuren aangebracht, maar op
een zodanige wijze dat de ondergrond soms door de bovenlaag heen schemert. Met opzet liet Van
Elk de vlakken niet egaal schuiten en sommige vlakken schilderde Van Elk zelfs met de hand. De
tactiele, haast sensuele kwaliteit van het oppervlak is voor Van Elk veel belangrijker dan het streven
naar industriële perfectie.
De abstracte elementen waaruit Balanspunten is opgebouwd zijn alle terug te voeren op de
basisvormen die Van Elks werk vanaf halverwege de jaren zeventig beheersen; de cirkel en
de rechthoek. Deze geometrische vormen waren echter nooit een dwingend keurslijf, maar
vertrekpunten voor nieuwe – toevallige - persoonlijke composities. Zo konden de contouren van
een cirkel uiteen vallen in onderbroken lijnen, wanneer de cirkel op gevouwen papier was getekend
en daarna weer werd ontvouwen. Deze vormen werden door Van Elk altijd opgevat als de concrete
neerslag van een handeling, zonder te verwijzen naar iets dat zich buiten het beeld afspeelt. Dit
werk was, zoals zij het zelf omschreef, ‘Schaal 1:1’. Het is wat je ziet; niets meer en niets minder.
In Balanspunten zien we eveneens dat Van Elk is uitgegaan van de rechthoek en de cirkel. Maar nu
heeft zij, meer dan voorheen, ruimte gelaten voor de associaties die deze vormen oproepen.
In de context van de school, waar technisch en administratief onderwijs wordt gegeven, herkennen
we in een rechthoekig vlak met kleine ronde gaten een ponskaart, in twee aaneengesloten cirkels
het cijfer 8 en elders de letter D. Sommige vormen doen weer denken aan radertjes of mecano-
onderdelen. Maar al herinneren de vormen ons soms sterk aan voorwerpen uit het dagelijks leven,
Van Elk maakt nooit een afbeelding van een bestaand object. Haar werkwijze is veel meer te
vergelijken met die van Claes Oldenburg, die alledaagse voorwerpen uit de werkelijkheid neemt, tot
monumentale proporties opblaast en in onverwachte materialen uitvoert. Deze manipulatie van het
formaat en de aandacht voor de materialiteit zijn eveneens typerend voor Van Elks Balanspunten.
Ook in dit werk ‘klopt’ het materiaal niet - een kaartje dat met een touwtje aan een spijker hangt
zou van papier moeten zijn en niet van geëmailleerd staal... Van Elk zet hiermee de kijker op het
verkeerde been en brengt een zekere ironie in een ogenschijnlijk strenge abstracte compositie.
Dit is overigens een duidelijke tendens in Van Elks werk van de laatste jaren. De strengheid,
ingehoudenheid en rigorositeit is verminderd ten gunste van een zekere speelsheid, ironie en zelfs
frivoliteit.
Van Elk veroorlooft zich een veel grotere vrijheid, die leidt tot een grotere diversiteit aan kleuren,
vormen, verwijzingen en associaties. Balanspunten is een markant punt in deze ontwikkeling.
Leontine Coelewij
Over werk in Groningen (school)
1989
◄ Uitgevoerd werk, emaille | Verrijn Stuart School, Groningen(1988) | foto Ferry André de la Porte
zie tekst Leontine Coelewij
31