Page 21 - Vloeren AZU
P. 21

Verworven voor het Rijksmuseum met steun van het Knecht-Drenth Fonds/


                                                                                                            Oliepasteltekeningen op Japans papier | 1986 | 45½ x 45½ cm




                                                                                                                    Rijksmuseum en het Berth & Lammie Fonds
                                   23349_Kerstkaart_Maria v Elk_Vouwvormen.indd   1
                                                                                                               Collectie: Rijksmuseum Amsterdam





                                                                                                                       foto's: Evert De Cock





























                                   14-12-2020   14:20
                                           GEOMETRISCHE VOUWVORMEN | 1986

                                                              Kijken


                                                          De regisseur

            Het gedrag van kleuren is wonderbaarlijk. Soms zijn het maar kleine ingrepen in een materiaal die een vorm van kleur
            onweerstaanbaar tot flonkeren brengen. Ik kreeg van Maria van Elk een aantal Geometrische vouwvormen uit 1986
            onder ogen. Het waren witte vellen buigzaam papier, ongeveer 45 cm in het vierkant. Dat papier heeft Maria een aantal
            malen gevouwen. Dat kon met de hand op een tafel - als het ware direct onder haar ogen. Het vouwen ging voorzichtig.
            Het papier was gevoelig. Er begon een frêle vormgeving te ontstaan, een symmetrisch patroon van vouwlijnen,
            verfijnd als de plooien van een waaier en ook zo vederlicht. Maar ook dit: in de hoekige intervallen tussen de scherpe
            vouwlijnen zien we het papier licht opbollen. Het oppervlak wordt oneven. De vlakjes die ontstonden waren onvoorzien:
            eerst werd een vel papier dicht, dan weer open gevouwen. Zo kwam te midden van vouwlijnen een zeshoek te
            voorschijn, compact en geheimzinnig van vorm, die de kunstenaar een ongemeen rode kleur heeft gegeven. De straling
            van dat heldere rood is een gevolg van de scherpe vormgeving: de scherpte van de gevouwen randen maakt tegelijk
            het rood ook scherper. Het is gemaakt met oliepastel, het oppervlak daarvan is bros. Dat gruizige rood lijkt precies te
            passen binnen de straffe rand die het samenvat.
            Er is in deze mooie vouwvormen een bijzondere relatie tussen vorm en kleur. Bijvoorbeeld: een wijde driehoek is een
            vorm met meer ruimte dan een nauwe zeshoek. Rood is compact en fonkelt als diamant. Groen is een ruimere kleur. Ik
            denk aan gras. Een staande ruitvorm is statig. Daarin past het blauwe kobalt dat een donkere en trage kleur is.
            Zo naar kleuren kijken, dromerig en ernstig tegelijk, verlost en bevrijdt onze waarneming. Dat komt doordat, als van
            klank, de geheimen van kleur onmetelijk zijn.

                                          Rudi Fuchs in De Groene Amsterdammer
                                                        17 december 2020

                                                                19
   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26